Willem-Jan Markerink
2007-02-06 04:24:51 UTC
Nee, in Rotterdam staan ze zelfs direkt op de loonlijst:
http://www.peterbreedveld.com/archives/00000831.html
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Hopeloos verliefd op een moslimgoeroe, deel 1
Bernadette de Wit
Riebi14 (97k image)
Tariq Ramadan wordt gasthoogleraar in Rotterdam. De lieveling van weldenkend
Nederland gaat meewerken aan een studieprogramma over burgerschap en
identiteit en onderzoek doen naar integratie en multiculturaliteit. Wie is
deze knappe mohammedaanse multimiljonair?
Nou goed. Omdat er zo veel vragen zijn over die Tariq Ramadan en omdat de
gemeente Rotterdam 2 ton uittrekt van het belastinggeld van zijn burgers om
de meester van de doublespeak een jaar lang de dawa te laten beoefenen aan,
godbetere t, de Erasmusuniversiteit, zal ik hieronder iets vertellen over s
mans connecties met terroristen.
Tariq Ramadan (1962) werd geboren in Zwitserland uit een vooraanstaand
fundamentalistisch moslimgeslacht. Hij studeerde Franse literatuur,
filosofie, Arabisch en islamstudies in Genève, geeft les op een Zwitserse
universiteit en is als veelgevraagd spreker en adviseur voortdurend op reis.
Samen met zijn broer Hani, die er anders dan zijn fotomodelachtige broer
uitziet als een bebaarde hakbar, zit hij in de directie van het in 1961 door
hun vader Saïd opgerichte Centre Islamique de Genève. Ramadan senior wilde
daarmee de strijd tegen het atheïstisch materialisme aangaan. Het centrum
ontving een ruime startsubsidie van het Saoedische koningshuis en nog steeds
jaarlijks 19 miljoen Saoedische riyal (bijna 39.000 euro).
Tariq Ramadan is een pragmaticus. Zodra hij beseft dat hij in Zwitserland
niet zo heel ver zou komen met zijn boodschap dat de islam dé oplossing is
voor het probleem van de westerse decadentie, besluit hij zijn geluk in
Frankrijk te beproeven. Hij krijgt de steun van de grootste Franse
moslimorganisatie UOIF (union des organisations islamiques de France),
gelieerd aan de Moslim Broederschap, en de moslimjongerenorganisatie UJM
(union des jeunes musulmans).
In 1993 geeft Ramadan voor het eerst publiekelijk blijk van zijn verwantschap
met de Broederschap. Hij lobbyt actief om het Franse toneelstuk Mahomet
verboden te krijgen omdat dat niet strookt met de islamistische opvattingen
over de profeet. Een jaar later wordt in Genève, heel toevallig, een
Egyptische geheim agent vermoord die was belast met het volgen van de familie
Ramadan. De dader is nooit gevonden.
In 1995 mag Ramadan Frankrijk niet meer in vanwege zijn banden met de
Algerijnse terreurbeweging, die op dat moment net een serie aanslagen pleegt
in Parijs. Maar zijn warme verhouding met de Franse beweging SOS Racisme
blijkt een slimme tactiek en bezorgt hem een martelarenstatus in moslimse en
politiekcorrecte kringen. De verkoop van cassettebandjes met preken, onder
meer aan de 6 tot 8 miljoen Franse moslims, heeft hem multimiljonair gemaakt.
Allah sells in Eurabia.
Samen met de UOIF verzet Ramadan zich tegen het verbod op het dragen van de
hijaab en de niqaab op Franse scholen en in openbare functies. Ramadan heeft
een enorm netwerk, dat hij gebruikt voor een mondiaal geregisseerde campagne
tegen het islamofobe Frankrijk. Sjeik al-Qaradawi, Hizballah en Hamas
kapittelen het land om zijn anti-moslimbeleid.
Maar als in 2004 enkele Franse journalisten in Irak worden gegijzeld, is het
tijd voor een charmeoffensief. Het UOIF-standpunt dat de koran onze
Grondwet is, wordt tijdelijk verruild voor een lofzang op de vrijheid van
godsdienst.
Le Monde bericht op 10 en 14 oktober 2003 over de connecties van Tariq en
imam Hani Ramadan met Al Qaida. Ze zouden in 1991 een vergadering bijeen
hebben geroepen tussen Ayman Al-Zawahiri, de rechterhand van Osama Bin Laden,
en Omar Abdel Rahman, veroordeeld voor de eerste bomaanslag op het World
Trade Center in 1993. Naar verluidt is Rahman een neef, maar dat ontkent
Ramadan.
Op 30 mei 2006 publiceert de Duitstalige Zwitserse krant Blick een dossier
over de bevindingen van een moskeespion van de Zwitserse geheime dienst. De
geheim agent deed onderzoek in Egypte en Zwitserland en heeft bewijzen dat
Hani en Tariq Ramadan vanaf maart 1991 tenminste drie ontmoetingen hadden met
Al-Zawahiri. Aldus wordt afgelopen september bevestigd door Jean-Charles
Brisard van Terror Finance Blog. Dit weblog over de financiering van
terrorisme is een belangrijke bron van informatie voor het Europese
parlement, de Amerikaanse Senaat en het Huis van Afgevaardigden.
Op dezelfde dag bericht ook Le Figaro hierover en een maand later volgt
France Echos (Ideologen van de haat).
Tariq Ramadan onderhoudt volgens Brisard contacten met ten minste zes
veroordeelde terroristen, onder wie Ahmed Brahim (in 2006 in Spanje tot tien
jaar cel veroordeeld wegens het aanzetten tot terreurdaden), Djamel Behgal
(in 2005 in Frankrijk tot tien jaar veroordeeld voor zijn deelname aan een
verijdelde terreuraanslag tegen de Amerikaanse ambassade in Parijs) en Menad
Bensjelalli (kreeg in 2006 in Frankrijk tien jaar cel wegens zijn
bemoeienissen met een verijdelde chemische terreuraanslag in Parijs).
Volgens de Spaanse onderzoeksrechter is de Algerijn Brahim financieel leider
van Al Qaida in dat land en zou hij de bomaanslagen op de Amerikaanse
ambassade in Tanzania en Kenia van 1998 hebben gefinancierd. Behgal
recruteerde jihadstrijders voor Al Qaida en bekende in 2001 tijdens zijn
strafproces dat hij bij Tariq Ramadan had gestudeerd.
Daarnaast komen de gebroeders Ramadan voor in het in 1997 ontdekte, door
terroristen gebruikte adressenboek van de Al Taqwa Bank. De tegoeden van deze
in Zwitserland gevestigde bank, opgericht door vader Saïd Ramadan, zijn op
last van de VS en de VN bevroren omdat de bank behoort tot een netwerk van
financiële instellingen die terreuraanslagen van Al Qaida en Hamas
financieren. De bankdirecteuren zijn prominente leden van de
Moslimbroederschap, in 1928 opgericht door Hassan al-Banna, de grootvader
(van moederskant) van Tariq en Hani. Zoals bekend zijn Al Qaida en Hamas
afsplitsingen van dit geheime genootschap. De huidige algemeen directeur is
niemand minder dan Joessef Nada, thesauriër van de Moslimbroederschap.
Tot zover de vriendenkring van de nieuwe gasthoogleraar.
In mei 2006 rolt de Zwitserse geheime dienst een terreurbende op die van plan
is een El Al-vliegtuig op te blazen. Een undercoveragent infiltreerde in het
Geneefse islamcentrum van de familie Ramadan en raakte aldaar bevriend met
enkele immigranten uit Arabische landen, die hem deelgenoot maakten van hun
bedoelingen. Na de aanslag zouden ze naar Irak vluchten.
Het kost je een uurtje googelen om erachter te komen waarom Tariq Ramadan in
2004 op grond van de Patriot Act geen visum kreeg voor de Verenigde Staten
(al zal niet één Nederlandse krant bovenstaande redenen en détail melden, uit
angst voor is-la-mo-fo-bie). Maar er is meer. Tariq Ramadan heeft meermalen
terrorisme verdedigd in uitspraken of publicaties, of dit gebeurde onder zijn
verantwoordelijkheid.
Zo staat in augustus 2005 op de website van het Centre Islamique de Genève
een vrijdagpreek die oproept tot steun aan onze broeders in Falluja en Zuid-
Irak tegen deze onrechtvaardige bezetting; de werkelijke terroristen zijn de
Amerikaanse regering, de regering-Sjaron en de regering-Poetin.
In deze preek wordt duidelijk verwezen naar de enige oproerkraaiers van dat
moment in Falluja, Tanzim Qaidat al-Jihad fi Bilad al-Rafidayn, ofwel het
filiaal van Al Qaida in Irak volgens het Amerikaanse jaarverslag 2006 over
terroristische landen. Het Geneefse islamcentrum van de familie Ramadan is
van mening dat de broeders in Irak gerechtvaardigd verzet plegen tegen de
echte terroristen.
Na 9/11 beweert Ramadan dat Bin Laden niets met de aanslagen te maken had.
Hij kenschetst 9/11, de bomaanslag op station Atocha uit 2004 en die op een
discotheek op Bali (2002) als alleen maar interventies, het waren géén
terreurdaden.
We maken een uitstapje naar vader Saïd Ramadan om zijn zoons opmerkelijke
politieke gedraai beter te kunnen begrijpen. In 1940 (hij was toen 14 jaar)
hoorde Saïd de grote Hassan al-Banna spreken en hij sloot zich meteen aan bij
de Moslimbroederschap. Later werd hij de persoonlijk secretaris van Al-Banna
en trouwde hij diens dochter. Volgens terrorisme-experts was Ramadan senior
in 1945 betrokken bij het stenigen van Koptische en joodse winkels in Caïro.
In 1948 ging de islamitisch jurist Saïd Ramadan op pad om Palestina te
verdedigen tegen de zionisten. Koning Abdoellah vroeg hem hoofd van het
militaire gerechtshof te worden, maar daar voelde hij niets voor. Hij vertrok
naar het nieuwe moslimland Pakistan (het land der reinen, de van India
afgescheiden moslims) en hield op uitnodiging van de regering stichtelijke
radiopraatjes voor de jeugd. Terug in Egypte werd hij kort gevangen gezet,
waarna hij samen met het prominente lid van de Moslimbroederschap Sayed Qoetb
afreisde naar Jeruzalem om de Broederschap te vertegenwoordigen op een
mondiaal islamcongres. Daarna volgde een periode van heen en weer reizen
tussen Syrië, Jordanië, Libanon, Saoedi-Arabië en Egypte. In 1958 vestigden
hij en zijn vrouw Wafa al-Banna zich in Genève. Een jaar later behaalde hij
zijn doctoraal rechten aan de universiteit van Keulen.
De Moslimbroederschap (motto: Allah is ons doel, de koran onze grondwet, de
profeet is onze leider, jihaad is onze manier en sterven omwille van Allah
onze hoogste ambitie) werd in 1946 verboden door de Egyptische regering, al
liet deze het genootschap tot 1954, toen het werd verdacht van een (mislukte)
moordaanslag op president Nasser, oogluikend toe. Aanleiding voor het verbod
was de moord op de premier in datzelfde jaar, door een lid van de
Moslimbroederschap. In 1949 werd Al-Banna vermoord door de Egyptische
regering. Sindsdien is vooral de dawa islamisering via prediking en
propaganda de tactiek in alle westerse landen waar de Broeders actief zijn.
Volgens de Franse journalist Richard Labevière, die onderzoek deed naar de
terroristische connecties van de Broederschap, koos Saïd Ramadan Genève uit
als lanceerinstallatie voor de internationale expansie van de organisatie.
Behalve de genoemde Al Taqwa-bank, met kantoren in Zwitserland en op de
Bahamas, tilde hij met geld van het Saoedische koningshuis een aantal
filialen van het Centre Islamique van de grond in steden als München en
Londen. Doordat de Saoedis teveel invloed eisten, kwam het tot een breuk.
Ramadan senior leefde van de royaltys van zijn in 1961 verschenen
standaardwerk over de sharia.
Twee oprichters van het Centre Islamique de Genève, Saïd Ramadan en Aboe al-
Hassan al-Nadawi, stichtten in 1962 ook de Muslim World Liga, een Saoedische
NGO die sinds 1988 in verband wordt gebracht met acties van Al Qaida en wordt
gezien als ondersteunende kracht achter het terrorisme. De Amerikaanse
regering heeft, aldus het Terror Finance Blog, vorig jaar besloten actie te
ondernemen tegen de International Islamic Relief Organization (IIRO), een
dochteronderneming van de Muslim World Liga, die onder liefdadigheid het
financieren van terreur verstaat.
Saïd Ramadan overleed in 1995.
Ook al weet Tariq Ramadan zijn groupies er telkenmale van te overtuigen dat
hij niets te maken heeft met de Moslimbroederschap of terrorisme, er zijn
meer dan genoeg serieuze bedenkingen tegen hem. De meeste geheime diensten en
ook Antoine Sfeir, hoofdredacteur van het Franse tijdschrift Les Cahiers de
LOrient zijn ervan overtuigd dat Ramadan eind jaren 80 is benoemd tot
Europees vertegenwoordiger van de Broederschap. Weliswaar is hij volgens de
Franse expert Roland Jaquart niet direct betrokken bij terroristische acties,
maar zijn volgelingen zijn dat vaak wel. Tel daarbij zijn uitgebreide
contacten met dubieuze figuren en dito netwerken op en je vraagt je af hoe
lang de Erasmusuniversiteit en de gemeente Rotterdam hun afzijdigheid kunnen
blijven cultiveren.
Journalist Olivier Guitta schreef niet voor niets ten tijde van Ramadans
vergeefse pogingen een visum voor de VS te krijgen: Het is gevaarlijk
Ramadan toe te laten tot onze moslimgemeenschappen, omdat hij die met zijn
gladde dubbele taal en via een charmeoffensief gericht op onze naïeve linksen
zou kunnen radicaliseren, zoals hij met succes deed in Frankrijk.
Je houdt je hart vast voor de Rotterdamse studenten.
Mede-oprichter van het Geneefse islamcentrum Moehammad Hamidoellah stelt op
de website dat de jihaad, of die nu defensief is, bestraffend of preventief,
is toegestaan in de islam. De moslimse jihaad wordt toegepast in de geest
van opoffering, teneinde de stem van Allah op te leggen.
Ramadan zelf schrijft in zijn in 2002 verschenen boek Lislam en questions
(vertaald als The Islam in questions) over zelfmoordaanslagen dat ze een
offer zijn die hun rechtvaardiging vinden in decennia van opeengestapeld
lijden en westerse passieve verantwoordelijkheid.
In hetzelfde boek verwijst hij naar de Palestijnse strijders als mensen die
militaire doelen aanvallen, met inbegrip van burgers. Met dat laatste
praat hij terrorisme tegen Israëlis goed. In een artikel dat in 1996
verschijnt in El País keurt Ramadan de daden van de Taliban af. Niettemin
noemt hij dit regiem voorbeeldig.
In het tweede deel (slot): wat verklaart de aantrekkingskracht van Tariq
Ramadan?
Bernadette de Wit is journalist te Amsterdam.
Gepubliceerd op 04.02.07 @ 02:12 PM
--
Bye,
Willem-Jan Markerink
The desire to understand
is sometimes far less intelligent than
the inability to understand
<***@a1.nl>
[note: 'a-one' & 'en-el'!]
http://www.peterbreedveld.com/archives/00000831.html
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
Hopeloos verliefd op een moslimgoeroe, deel 1
Bernadette de Wit
Riebi14 (97k image)
Tariq Ramadan wordt gasthoogleraar in Rotterdam. De lieveling van weldenkend
Nederland gaat meewerken aan een studieprogramma over burgerschap en
identiteit en onderzoek doen naar integratie en multiculturaliteit. Wie is
deze knappe mohammedaanse multimiljonair?
Nou goed. Omdat er zo veel vragen zijn over die Tariq Ramadan en omdat de
gemeente Rotterdam 2 ton uittrekt van het belastinggeld van zijn burgers om
de meester van de doublespeak een jaar lang de dawa te laten beoefenen aan,
godbetere t, de Erasmusuniversiteit, zal ik hieronder iets vertellen over s
mans connecties met terroristen.
Tariq Ramadan (1962) werd geboren in Zwitserland uit een vooraanstaand
fundamentalistisch moslimgeslacht. Hij studeerde Franse literatuur,
filosofie, Arabisch en islamstudies in Genève, geeft les op een Zwitserse
universiteit en is als veelgevraagd spreker en adviseur voortdurend op reis.
Samen met zijn broer Hani, die er anders dan zijn fotomodelachtige broer
uitziet als een bebaarde hakbar, zit hij in de directie van het in 1961 door
hun vader Saïd opgerichte Centre Islamique de Genève. Ramadan senior wilde
daarmee de strijd tegen het atheïstisch materialisme aangaan. Het centrum
ontving een ruime startsubsidie van het Saoedische koningshuis en nog steeds
jaarlijks 19 miljoen Saoedische riyal (bijna 39.000 euro).
Tariq Ramadan is een pragmaticus. Zodra hij beseft dat hij in Zwitserland
niet zo heel ver zou komen met zijn boodschap dat de islam dé oplossing is
voor het probleem van de westerse decadentie, besluit hij zijn geluk in
Frankrijk te beproeven. Hij krijgt de steun van de grootste Franse
moslimorganisatie UOIF (union des organisations islamiques de France),
gelieerd aan de Moslim Broederschap, en de moslimjongerenorganisatie UJM
(union des jeunes musulmans).
In 1993 geeft Ramadan voor het eerst publiekelijk blijk van zijn verwantschap
met de Broederschap. Hij lobbyt actief om het Franse toneelstuk Mahomet
verboden te krijgen omdat dat niet strookt met de islamistische opvattingen
over de profeet. Een jaar later wordt in Genève, heel toevallig, een
Egyptische geheim agent vermoord die was belast met het volgen van de familie
Ramadan. De dader is nooit gevonden.
In 1995 mag Ramadan Frankrijk niet meer in vanwege zijn banden met de
Algerijnse terreurbeweging, die op dat moment net een serie aanslagen pleegt
in Parijs. Maar zijn warme verhouding met de Franse beweging SOS Racisme
blijkt een slimme tactiek en bezorgt hem een martelarenstatus in moslimse en
politiekcorrecte kringen. De verkoop van cassettebandjes met preken, onder
meer aan de 6 tot 8 miljoen Franse moslims, heeft hem multimiljonair gemaakt.
Allah sells in Eurabia.
Samen met de UOIF verzet Ramadan zich tegen het verbod op het dragen van de
hijaab en de niqaab op Franse scholen en in openbare functies. Ramadan heeft
een enorm netwerk, dat hij gebruikt voor een mondiaal geregisseerde campagne
tegen het islamofobe Frankrijk. Sjeik al-Qaradawi, Hizballah en Hamas
kapittelen het land om zijn anti-moslimbeleid.
Maar als in 2004 enkele Franse journalisten in Irak worden gegijzeld, is het
tijd voor een charmeoffensief. Het UOIF-standpunt dat de koran onze
Grondwet is, wordt tijdelijk verruild voor een lofzang op de vrijheid van
godsdienst.
Le Monde bericht op 10 en 14 oktober 2003 over de connecties van Tariq en
imam Hani Ramadan met Al Qaida. Ze zouden in 1991 een vergadering bijeen
hebben geroepen tussen Ayman Al-Zawahiri, de rechterhand van Osama Bin Laden,
en Omar Abdel Rahman, veroordeeld voor de eerste bomaanslag op het World
Trade Center in 1993. Naar verluidt is Rahman een neef, maar dat ontkent
Ramadan.
Op 30 mei 2006 publiceert de Duitstalige Zwitserse krant Blick een dossier
over de bevindingen van een moskeespion van de Zwitserse geheime dienst. De
geheim agent deed onderzoek in Egypte en Zwitserland en heeft bewijzen dat
Hani en Tariq Ramadan vanaf maart 1991 tenminste drie ontmoetingen hadden met
Al-Zawahiri. Aldus wordt afgelopen september bevestigd door Jean-Charles
Brisard van Terror Finance Blog. Dit weblog over de financiering van
terrorisme is een belangrijke bron van informatie voor het Europese
parlement, de Amerikaanse Senaat en het Huis van Afgevaardigden.
Op dezelfde dag bericht ook Le Figaro hierover en een maand later volgt
France Echos (Ideologen van de haat).
Tariq Ramadan onderhoudt volgens Brisard contacten met ten minste zes
veroordeelde terroristen, onder wie Ahmed Brahim (in 2006 in Spanje tot tien
jaar cel veroordeeld wegens het aanzetten tot terreurdaden), Djamel Behgal
(in 2005 in Frankrijk tot tien jaar veroordeeld voor zijn deelname aan een
verijdelde terreuraanslag tegen de Amerikaanse ambassade in Parijs) en Menad
Bensjelalli (kreeg in 2006 in Frankrijk tien jaar cel wegens zijn
bemoeienissen met een verijdelde chemische terreuraanslag in Parijs).
Volgens de Spaanse onderzoeksrechter is de Algerijn Brahim financieel leider
van Al Qaida in dat land en zou hij de bomaanslagen op de Amerikaanse
ambassade in Tanzania en Kenia van 1998 hebben gefinancierd. Behgal
recruteerde jihadstrijders voor Al Qaida en bekende in 2001 tijdens zijn
strafproces dat hij bij Tariq Ramadan had gestudeerd.
Daarnaast komen de gebroeders Ramadan voor in het in 1997 ontdekte, door
terroristen gebruikte adressenboek van de Al Taqwa Bank. De tegoeden van deze
in Zwitserland gevestigde bank, opgericht door vader Saïd Ramadan, zijn op
last van de VS en de VN bevroren omdat de bank behoort tot een netwerk van
financiële instellingen die terreuraanslagen van Al Qaida en Hamas
financieren. De bankdirecteuren zijn prominente leden van de
Moslimbroederschap, in 1928 opgericht door Hassan al-Banna, de grootvader
(van moederskant) van Tariq en Hani. Zoals bekend zijn Al Qaida en Hamas
afsplitsingen van dit geheime genootschap. De huidige algemeen directeur is
niemand minder dan Joessef Nada, thesauriër van de Moslimbroederschap.
Tot zover de vriendenkring van de nieuwe gasthoogleraar.
In mei 2006 rolt de Zwitserse geheime dienst een terreurbende op die van plan
is een El Al-vliegtuig op te blazen. Een undercoveragent infiltreerde in het
Geneefse islamcentrum van de familie Ramadan en raakte aldaar bevriend met
enkele immigranten uit Arabische landen, die hem deelgenoot maakten van hun
bedoelingen. Na de aanslag zouden ze naar Irak vluchten.
Het kost je een uurtje googelen om erachter te komen waarom Tariq Ramadan in
2004 op grond van de Patriot Act geen visum kreeg voor de Verenigde Staten
(al zal niet één Nederlandse krant bovenstaande redenen en détail melden, uit
angst voor is-la-mo-fo-bie). Maar er is meer. Tariq Ramadan heeft meermalen
terrorisme verdedigd in uitspraken of publicaties, of dit gebeurde onder zijn
verantwoordelijkheid.
Zo staat in augustus 2005 op de website van het Centre Islamique de Genève
een vrijdagpreek die oproept tot steun aan onze broeders in Falluja en Zuid-
Irak tegen deze onrechtvaardige bezetting; de werkelijke terroristen zijn de
Amerikaanse regering, de regering-Sjaron en de regering-Poetin.
In deze preek wordt duidelijk verwezen naar de enige oproerkraaiers van dat
moment in Falluja, Tanzim Qaidat al-Jihad fi Bilad al-Rafidayn, ofwel het
filiaal van Al Qaida in Irak volgens het Amerikaanse jaarverslag 2006 over
terroristische landen. Het Geneefse islamcentrum van de familie Ramadan is
van mening dat de broeders in Irak gerechtvaardigd verzet plegen tegen de
echte terroristen.
Na 9/11 beweert Ramadan dat Bin Laden niets met de aanslagen te maken had.
Hij kenschetst 9/11, de bomaanslag op station Atocha uit 2004 en die op een
discotheek op Bali (2002) als alleen maar interventies, het waren géén
terreurdaden.
We maken een uitstapje naar vader Saïd Ramadan om zijn zoons opmerkelijke
politieke gedraai beter te kunnen begrijpen. In 1940 (hij was toen 14 jaar)
hoorde Saïd de grote Hassan al-Banna spreken en hij sloot zich meteen aan bij
de Moslimbroederschap. Later werd hij de persoonlijk secretaris van Al-Banna
en trouwde hij diens dochter. Volgens terrorisme-experts was Ramadan senior
in 1945 betrokken bij het stenigen van Koptische en joodse winkels in Caïro.
In 1948 ging de islamitisch jurist Saïd Ramadan op pad om Palestina te
verdedigen tegen de zionisten. Koning Abdoellah vroeg hem hoofd van het
militaire gerechtshof te worden, maar daar voelde hij niets voor. Hij vertrok
naar het nieuwe moslimland Pakistan (het land der reinen, de van India
afgescheiden moslims) en hield op uitnodiging van de regering stichtelijke
radiopraatjes voor de jeugd. Terug in Egypte werd hij kort gevangen gezet,
waarna hij samen met het prominente lid van de Moslimbroederschap Sayed Qoetb
afreisde naar Jeruzalem om de Broederschap te vertegenwoordigen op een
mondiaal islamcongres. Daarna volgde een periode van heen en weer reizen
tussen Syrië, Jordanië, Libanon, Saoedi-Arabië en Egypte. In 1958 vestigden
hij en zijn vrouw Wafa al-Banna zich in Genève. Een jaar later behaalde hij
zijn doctoraal rechten aan de universiteit van Keulen.
De Moslimbroederschap (motto: Allah is ons doel, de koran onze grondwet, de
profeet is onze leider, jihaad is onze manier en sterven omwille van Allah
onze hoogste ambitie) werd in 1946 verboden door de Egyptische regering, al
liet deze het genootschap tot 1954, toen het werd verdacht van een (mislukte)
moordaanslag op president Nasser, oogluikend toe. Aanleiding voor het verbod
was de moord op de premier in datzelfde jaar, door een lid van de
Moslimbroederschap. In 1949 werd Al-Banna vermoord door de Egyptische
regering. Sindsdien is vooral de dawa islamisering via prediking en
propaganda de tactiek in alle westerse landen waar de Broeders actief zijn.
Volgens de Franse journalist Richard Labevière, die onderzoek deed naar de
terroristische connecties van de Broederschap, koos Saïd Ramadan Genève uit
als lanceerinstallatie voor de internationale expansie van de organisatie.
Behalve de genoemde Al Taqwa-bank, met kantoren in Zwitserland en op de
Bahamas, tilde hij met geld van het Saoedische koningshuis een aantal
filialen van het Centre Islamique van de grond in steden als München en
Londen. Doordat de Saoedis teveel invloed eisten, kwam het tot een breuk.
Ramadan senior leefde van de royaltys van zijn in 1961 verschenen
standaardwerk over de sharia.
Twee oprichters van het Centre Islamique de Genève, Saïd Ramadan en Aboe al-
Hassan al-Nadawi, stichtten in 1962 ook de Muslim World Liga, een Saoedische
NGO die sinds 1988 in verband wordt gebracht met acties van Al Qaida en wordt
gezien als ondersteunende kracht achter het terrorisme. De Amerikaanse
regering heeft, aldus het Terror Finance Blog, vorig jaar besloten actie te
ondernemen tegen de International Islamic Relief Organization (IIRO), een
dochteronderneming van de Muslim World Liga, die onder liefdadigheid het
financieren van terreur verstaat.
Saïd Ramadan overleed in 1995.
Ook al weet Tariq Ramadan zijn groupies er telkenmale van te overtuigen dat
hij niets te maken heeft met de Moslimbroederschap of terrorisme, er zijn
meer dan genoeg serieuze bedenkingen tegen hem. De meeste geheime diensten en
ook Antoine Sfeir, hoofdredacteur van het Franse tijdschrift Les Cahiers de
LOrient zijn ervan overtuigd dat Ramadan eind jaren 80 is benoemd tot
Europees vertegenwoordiger van de Broederschap. Weliswaar is hij volgens de
Franse expert Roland Jaquart niet direct betrokken bij terroristische acties,
maar zijn volgelingen zijn dat vaak wel. Tel daarbij zijn uitgebreide
contacten met dubieuze figuren en dito netwerken op en je vraagt je af hoe
lang de Erasmusuniversiteit en de gemeente Rotterdam hun afzijdigheid kunnen
blijven cultiveren.
Journalist Olivier Guitta schreef niet voor niets ten tijde van Ramadans
vergeefse pogingen een visum voor de VS te krijgen: Het is gevaarlijk
Ramadan toe te laten tot onze moslimgemeenschappen, omdat hij die met zijn
gladde dubbele taal en via een charmeoffensief gericht op onze naïeve linksen
zou kunnen radicaliseren, zoals hij met succes deed in Frankrijk.
Je houdt je hart vast voor de Rotterdamse studenten.
Mede-oprichter van het Geneefse islamcentrum Moehammad Hamidoellah stelt op
de website dat de jihaad, of die nu defensief is, bestraffend of preventief,
is toegestaan in de islam. De moslimse jihaad wordt toegepast in de geest
van opoffering, teneinde de stem van Allah op te leggen.
Ramadan zelf schrijft in zijn in 2002 verschenen boek Lislam en questions
(vertaald als The Islam in questions) over zelfmoordaanslagen dat ze een
offer zijn die hun rechtvaardiging vinden in decennia van opeengestapeld
lijden en westerse passieve verantwoordelijkheid.
In hetzelfde boek verwijst hij naar de Palestijnse strijders als mensen die
militaire doelen aanvallen, met inbegrip van burgers. Met dat laatste
praat hij terrorisme tegen Israëlis goed. In een artikel dat in 1996
verschijnt in El País keurt Ramadan de daden van de Taliban af. Niettemin
noemt hij dit regiem voorbeeldig.
In het tweede deel (slot): wat verklaart de aantrekkingskracht van Tariq
Ramadan?
Bernadette de Wit is journalist te Amsterdam.
Gepubliceerd op 04.02.07 @ 02:12 PM
--
Bye,
Willem-Jan Markerink
The desire to understand
is sometimes far less intelligent than
the inability to understand
<***@a1.nl>
[note: 'a-one' & 'en-el'!]